Hondvriendelijke fietstocht door de Antwerpse districten
Het is een welbekend feit dat België, althans volgens sommigen, een verdeeld land is. En dan spreken we niet over de klassieke opdelingen zoals daar zijn: Vlaanderen-Brussel-Wallonië, Nederlands-Frans-Duits, of zelfs Antwerp-Beerschot.
Neen. Volgens de Antwerpenaar zelf spreken we over ‘t Stad – en de parking.
En laat me dat even rechtzetten, wij, teckels met klasse en goede smaak, houden niet van parkings. Nee, dank u. Die dingen zijn een vloek van de moderne wereld en het gevolg van een compleet falend mobiliteitsbeleid. Geef ons maar een stevige en comfortabele bakfiets. Maar goed, we moeten het ermee doen en sinds een paar jaar duiken ze meer en meer in de stadsrand op, mede vanwege de LEZ (Lage Emissie Zone) regels. Laat je stinkende auto achter en neem een alternatief vervoermiddel naar het centrum, is de boodschap.
Lap, alweer een verdeling dus. Buiten de LEZ of erbinnen. Ik kies deze keer voor de buitenkant. Waarom? Dat ontdek je snel…

Antwerpen is omringd door parken. Het is werkelijk een groene gordel van snuffel-opportuniteiten, in de meeste gevallen in gezelschap van een goei brasserie. Dus hup, fiets mee, en laten we die groene pareltjes ontdekken!
We trekken van Noord naar Zuid, en raden aan hetzelfde te doen. Zet je schrap voor een stevige fietstocht met voldoende stopjes om op krachten te komen.

Stop 1: Veltwijckpark Ekeren
Ons startpunt is het prachtige Veltwijckpark, in ‘t noorden van Antwerpen. En we botsen gelijk op een statig kasteel, met kasteelvijver. Het is wat koud om me aan een plonske te wagen, dus ik sla dat dit keer over (en al de andere keren best ook, dit water is voor de vissen, niet voor de honden).
Vlak naast het mooie park houden we al even halt bij Het District voor een koffie, want dat was blijkbaar al nodig. Het District is een plek waar ze me goed kennen en waar honden met een warm welkom ontvangen worden. Vooral Glenn, de overenthousiaste ober, is fan van vierpotig gezelschap. Ik had er eigenlijk best heel de dag kunnen blijven, maar er stond nog heel wat anders op de planning.

Stop 2: Park Rozemaai
Waar vroeger een mistroostig stuk bos lag, vinden we nu een prachtig parkje met een kronkelende beek met grote stenen in het water om over te huppelen. Hoewel er verschillende uitnodigende bankjes staan om te picknicken, hadden mijn mensen daar nog geen oren naar.
De wind zat goed, volle gas vooruit met die pedalen!

Stop 3: Het groene hart, Merksem
Merksem is ten onrechte jammer genoeg vooral bekend vanwege de drukke trams richting Sportpaleis en de Bredabaan. Er is echter wel degelijk vanalles te besnuffelen:
We houden even halt in park Het Groene Hart, waar duidelijk heel veel honden hun ochtendwandeling houden. Ik zie hier de ene vierpotige schoonheid na de andere en ik kan mijn neus amper volgen. Dit park is een absolute aanrader, en heeft een grote troef: in ‘t midden van ‘t park staat een theehuisje waar je heerlijk kan ontbijten. De bediening is super vriendelijk en ze zien hier hondjes zeer graag komen. Mijn geluk kon niet op toen ik zag dat verschillende van die mooie teefjes die ik ontmoette in het park, ook hun weg naar hier gevonden hadden. Het leven is goed!
Na een uitgebreide kennismaking, zetten we onze tocht verder.
We rijden door het Bouckenborghpark, met alweer een kasteeltje, richting Deurne. Het was al rond de middag en “den Antwerp” speelde thuis: de spreekkoren galmden ons tegemoet terwijl we in de buurt van de Bosuil trappelden, op weg naar onze volgende parkstop:

Stop 4: Rivierenhof
Ah, het majestueuze en reusachtige Rivierenhof, met in het midden van het park, Kasteel Rivierenhof. Een prachtig kader voor een lunch, zo dachten ook de mensen. Eindelijk ging er eten op tafel komen, en met wat chance ook van ‘t tafel vallen. En dat was nodig want mijn maag was wat in de war van het onwezenlijke nieuws dat ik vernam tijdens de wandeling door dit park. Blijkbaar vonden ze hier in 2019 tijdens archeologische opgravingen de botten van maar liefst 284 honden! Mijn snuit trok wit weg. Mijn arme voorvaderen… dit park is mooi, maar dat laat je toch niet los. Gelukkig kwamen er wat bitterballen voorbij om mijn zinnen te verzetten.

Na de lunch besloten mijn mensen voor de zekerheid de koffie elders te nemen, bij Bar Stark, net buiten het park. Hier hebben ze een enorme tuin, groot genoeg voor een hele roedel. Echt een plek om te onthouden! Je kan er lekker ruim uit elkaar zitten in de strandstoelen en op de bankjes. En voor de bierliefhebbers onder de pawrents: de Ypra van het vat is een aanrader!

Stop 5: Boelaerpark
Na Deurne stoomden we voort naar de volgende districten. 5 minuten voorbij het Rivierenhof ben je alweer in het volgende park: het Boelaerpark is een groene long naast de bekende Gitsschotellei, een begrip in Borgerhout. Geen kasteel hier, maar de statige laan naast het park met zijn herenhuizen is het bekijken zeker waard. Bar Brul en Brouwerij de GistGeest zijn een bezoekje waard.

Stop 6: Vrij België
Halverwege tussen Borgerhout en onze volgende stop vind je, op de hoek van de Diksmuidelaan en de Apollostraat, in de populaire “Groenenhoek”, café “Vrij België”. Een themacafé dat ons nostalgisch deed terugdenken aan ons bezoek aan de Westhoek. De omliggende straten zijn dan ook genoemd naar Frontgemeentes uit 14-18. Je kan er eenvoudig en lekker eten, en de bediening is supervriendelijk. Zus Josée charmeerde de boel dat het een lieve lust was en zodoende raakten we aan de babbel met enkele terugkerende voetbalfans (toevallig ook teckelfans), alvorens verder te bollen richting de volgende Antwerpse trekpleister.

Stop 7: Middelheimpark
Park Middelheim met het bijbehorende openluchtmuseum, en het aansluitende Nachtegalenpark met daarnaast het mooie Kasteel Den Brand moet je gewoon gezien en beleefd hebben: een gezellige ‘s zondagse mengelmoes van (honden)wandelaars, fietsers en kunstliefhebbers die de soms vreemde kunstwerken komen aanschouwen. Ik snapte er niet veel van. Josee zegt dat ik een cultuurbarbaar ben en geen kaas gegeten heb van kunst. Ik heb nochtans al redelijk veel kaas gegeten, dus volgens mij was ze me gewoon aan het plagen.

Over kaas gesproken: de hongerige hond en zijn baas vinden op dit punt al snel de weg naar “Bobonne”: een oergezellige plek met bomma-kost, prachtig gelegen in een rustige kasteeltuin van Den Brand. Ik word er steeds met veel knuffels ontvangen, en de bitterballen en kaasblokjes zijn “on point”!
Stop 8: Hobokense polder
We hadden echter nog een laatste stop te doen … met al dat gefiets waren onze pootjes nog niet echt voldoende gestrekt. Om te vermijden dat we bij thuiskomst in een destructieve zoomie-mood geraakten, vond dogmom het wel een goed idee om nog een toertje in de Hobokense polder te doen, een mooi natuurgebied aan de oever van de Schelde. Als je fietsbatterij het intussen wat lastig krijgt, kan je van hieruit de veerboot naar de overkant nemen, en van de pier in Kruibeke de supersnelle Waterbus richting de stad.
Zo … het is een flinke fietstocht geworden. Maar bijzonder de moeite voor zowel zus en ik, als voor de pawrents!